Bij sport karate heb je natuurlijk te maken met verschillende regels waaraan je je als deelnemer moet houden. Zo ben je verplicht op tijd op de mat te verschijnen in de juiste kleur (die je van de wedstrijd organisatie doorkrijgt). Je bent dus altijd AKA, rood, of AU, blauw.
In officiële wedstrijden die onder het KBN of WKF label vallen sta je dan klaar met handschoenen, scheen/wreefbeschermers, en een wedstrijd band, allemaal in de juiste kleur, rood of blauw. Verder heb je als jeugdsporter een borstbescherming aan en een bitje in.
Wanneer de scheidsrechter het aangeeft stap je op de mat tegenover de tegenstander en groet je de scheidsrechter en je tegenstander. Vervolgens geeft de scheidsrechter het signaal ‘SHOBU HAJIME’ wat betekend start het gevecht. Dat is het moment waarop de tijd gaat lopen en de wedstrijd is begonnen. Nu ga je dus je best doen om punten te scoren bij je tegenstander.
Scoren van punten
Punten kun je op diverse manieren maken. Een stoot, mits goed uitgevoerd, dus snel en weer terugtrekken in combinatie met een kiai, levert je 1 punt op, een YUKO. Dit is voor stoten op het lichaam boven de band en onder de nek.Maar ook voor stoten die net voor het gezicht stoppen waarbij junioren echt niet mogen raken!
Een goed uitgevoerde trap naar het lichaam, dus buik/borst, zij of rug, levert je twee punten op. Dat noemt de scheidsrechter een WAZARI.
En een trap naar het hoofd, die op een paar centimeter voor het hoofd weer wordt teruggetrokken en ook goed wordt uitgevoerd, levert je het meeste aantal punten op, namelijk 3. Dit is een IPPON. Ook wanneer je tegenstander op de grond beland, omdat jij hem bijvoorbeeld uit balans hebt gebracht en hij belandt op zijn rug met schouders op de vloer en je maakt dan een goede stoot, krijg je 3 punten, dus een IPPON.
In het filmpje hieronder kun je goed zien hoe je punten kunt scoren maar ook welke strafpunten je kunt krijgen.
Strafpunten
Naast het maken van punten kun je ook te maken krijgen met strafpunten. Deze zijn er in twee categoriën. Namelijk strafpunten voor te hard contact en strafpunten voor andere reglementaire overtredingen. Denk aan niet aan het gevecht deelnemen, dus afwachten en niets doen, of bijvoorbeeld buiten de lijnen stappen.
In de eerste categorie worden straffen aangegeven doordat de scheidsrechter zijn handen kruis en vervolgens de straf aangeeft in de richting van de sporter die de straf krijgt. Straffen in de tweede categorie worden aangegeven zonder dat de handen worden gekruist. Vervolgens wijst de scheidsrechter bij de eerste straf met de vinger omhoog in de richting van de deelnemer die de fout heeft gemaakt. Dit noemen we Chukoku. De volgende stap is wanneer hij de handen kruist en naar de grond wijst Keikoku. De volgende stap wijst hij naar de buik van de deelnemer Hansoku Chui en uiteindelijk naar het hoofd van de deelnemer Hansoku. Dit betekend dat de deelnemer voor de wedstrijd is gediskwalificeerd en dus heeft verloren. Ook kan de scheidsrechter beslissen een Shikaku te geven als de overtreding directe diskwalificatie verreist omdat de sporter bijvoorbeeld ongeoorloofde technieken gebruikt of met een techniek uitvoert met de intentie de tegenstander fysiek uit te schakelen. Hij wijs dan naar het hoofd en vervolgens naar de uitgang. Dit betekend onmiddellijke diskwalificatie. De sporter is van verdere deelname in het gehele toernooi uitgesloten.
Belangrijk om te weten is dat wanneer de scheidsrechter Yame roept, je direct stopt met het gevecht en terug gaat naar je plek. Totdat je het signaal krijgt om weer te starten. De scheidsrechter roept dan Tsuzukete Hajime.